# word1 and word2 are regular expressions of the words that can easily be confused # match1 is the substring of word1 that will be replaced with match2 when word1 occurs in a context where it is probably wrong (and vice versa) # context1 is the context in which word1 typically occurs (but which is wrong for word2), given as a regular expression # context2 is the context in which word2 typically occurs (but which is wrong for word1), given as a regular expression # explanation1 is a short description of word1 (optional) # explanation2 is a short description of word2 (optional) korps corps k c .*(politie|brandweer|leger|regio).* .*(student|diplomatique|leden|lid).* Een korps is een groep mensen met eenzelfde rol. Een corps is een (studenten)vereniging. email e-mail em e-m .*(pot|pan).* .*((ver){0,1}stuur.*|(ver){0,1}sturen|(ver){0,1}zend|ontvang|benader).* Email is glazuur. Een e-mail is elektronische post. biljard biljart d t .*(miljard|berekening|euro|dollar|yen|bedrag).* .*(bal|keu|café|bar).* Een biljard is een grote hoeveelheid. Biljart is een spel. reist rijst ei ij .*(naar|door|wereld|af|vervoer|trein|auto|chipkaart).* .*(trouw|rozijn|vlees|gaar|spatel|witte|schep|afgekoel|afkoel|graan|gewas|plant|bereiding|vraag|of|paella|kook|koken).* Reizen is je verplaatsen. Rijzen is omhoog komen, opkomen. reizen rijzen ei ij .* (van|naar|om|met|per) .* .* (vragen|problemen|pan) .* Reizen is verplaatsen. Rijzen is ontstaan, groter worden. leverproblemen Leveringsproblemen lever leverings .*(hartspier|ernstige|ziek|ziekenhuis|ontsteking|veroorzaken|mensen).* .*(bestelling|order|winkel|leverancier|voorraad).* Bij leverproblemen ben je ziek. Bij leveringsproblemen krijg je niet geleverd. Nyenrode Nijenrode y ij .* (Business|Universiteit|onderzoek|Management|hoogleraar) .* .*kasteel.* Nyenrode is het opleidingsinstituut. Nijenrode is een kasteel. werkeloos werkloos werke werk .*(toezie).* .*(baan|werknemer|uitkering|WW).* Werkeloos: zonder iets te doen. Werkloos: zonder baan. peil pijl ei ij .*(op|houden|kennis|kwaliteit).* .*(transitie|weergegeveven|boog|richting|rechts|links|groen|rood).* Een peil is een niveau. Een pijl geen richting aan of komt uit een boog. palet pallet ale alle .* (aan|kleur|breed|kleuren|rijk) .* .* (op|goederen|dozen|folie) .* Een palet wordt gebruikt bij schilderen. Een pallet is om spullen op te sptapelen. steil stijl ei ij .* (naar|omhoog|weg|pad|beneden|minder) .* .* (in|eigen|nieuwe|oude) .* Steil is erg schuin. Stijl is een uitingsvorm. katheder katheter d t achter|op|vanaf via|blaas|ingebracht|urine|hart Een katheder is een spreekgestoelte. Een kathether is een medisch instrument. bolus bonus l n .*(Zeeuws|koffie|bakker|Zeeland).* .*(jaar|euro|miljoen|krijg).* Een bolus is een drol (; een Zeeuwse bolus een lekkernij). Een bonus is extra geld. service servies ice ies .*(professio|handel|dienst|oprecht|venaard|kwaliteit|klant|bied).* .*(bestek|bord|kop|mooi|tafel|verleen|verlenen).* Service is dienstverlening. Een servies bevat borden en kopjes.